Hoe pas ik de sfeerverlichting aan?
Omgevingsverlichting
Het omgevingsverlichtingssysteem verlicht het interieur in verschillende kleuren naar keuze.
Voor voertuigen waar de bediening van de omgevingsverlichting in dakconsole zit:
- Druk op A om door de kleurenkeuzes te gaan;
- Draai B voorbij de eerste stand om het systeem in te schakelen en aan te passen volgens de gewenste helderheid;
- Druk op C om alle binnenverlichting en de omgevingsverlichting in te schakelen;
- Druk opnieuw op C om de binnenverlichting uit te schakelen en de omgevingsverlichting terug te zetten naar de vorige geselecteerde kleur.
In Ford-modellen met SYNC 2 selecteer je het volgende om aanpassingen uit te voeren via het touchscreen:
- Instellingen;
- Voertuig;
- Omgevingsverlichting.
Raak de gewenste kleur aan en gebruik de schuifbalk om de lichtsterkte te verhogen of te verlagen.
Druk op de aan/uit-knop om de functie aan of uit te zetten
In Ford-modellen met SYNC 3 selecteer je het volgende om aanpassingen uit te voeren via het touchscreen:
- Raak het pictogram Instellingen op de Functiebalk onder het touchscreen aan;
- Raak het pictogram Omgevingsverlichting aan (Je moet wellicht naar het volgende scherm vegen);
- Tik op de gewenste kleur;
- Selecteer de gewenste lichtsterkte.